• Afbeelding plusminus young

Redactieregels

 

Waaraan moet de kopij voor PLUSminus voldoen?

1. Algemeen

Al uw inzendingen worden op prijs gesteld, en worden serieus beoordeeld. Helaas kunnen we geen garantie geven dat uw bijdrage zal worden gepubliceerd. Daarvoor is het aanbod vaak te groot. De redactie selecteert onder meer op kwaliteit, relevantie en originaliteit van het geschrevene, en moet verder rekening houden met een evenwichtige samenstelling van het tijdschrift. Uw artikel kan worden doorgeschoven, of er kan van plaatsing worden afgezien. We gaan niet in discussie over stukken die niet zijn geplaatst; informeren naar de reden mag altijd. De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden stukken te redigeren op taal en stijl of deze in te korten. Uit praktische overwegingen is het helaas niet mogelijk om deze aanpassingen vóór publicatie met de auteur te bespreken.

Aanlevering van uw tekst
Het is raadzaam om in een vroeg stadium contact op te nemen met de redactie over inhoud en omvang van uw artikel. We kunnen uw bijdrage dan inplannen, en tevens de balans in het totale artikelenaanbod voor de betreffende editie bewaken. Tijdig contact voorkomt teleurstellingen. Aanlevering van al uw bijdragen geschiedt per email; teksten worden als Word document opgestuurd, liefst opgemaakt in een recente Word-versie. U dient uw tekst drukklaar en zonder fouten aan te leveren. Het is niet mogelijk om in een later stadium alsnog een (verbeterde) versie aan te leveren, dit om tijdrovend ‘dubbel redigeren’ te vermijden. Na inlevering volgt redigeren, en wordt uw tekst dus definitief vastgesteld.

De maximale omvang van uw bijdrage is afgestemd op de standaard bladspiegel van PLUSminus waarbij rekening wordt gehouden met voldoende ruimte voor afbeeldingen. We hanteren de volgende vuistregels:

Zakelijke artikelen en columns: maximaal 940 woorden (2 pagina’s) of maximaal 470 woorden (1 pagina)
Ervaringsverhalen: maximaal 470 woorden (1 pagina)
Recensies: maximaal 470 woorden (1 pagina)
Rubriek ‘Vraag & Antwoord’: maximaal 120 woorden (uw vraag)
Rubriek ‘Opinie & Debat’: maximaal 150 woorden (uw mening)
Rubriek ‘In de Marge’: maximaal 250 woorden (indien tekst)

De Achterkant: gedicht, tekening, spreuken, kunstwerk; houd rekening met de beschikbare ruimte. Neem contact op met de redactie

Aanlevering van uw foto’s of illustraties
U kunt uw inzending voorzien van een of meer digitaal aangeleverde illustraties of rechtenvrije foto’s van hoge resolutie (omvang meer dan 500 kB). De redactie besluit of deze afbeeldingen geschikt zijn voor plaatsing. Gelieve foto’s niet in de tekst van uw artikel op te nemen, maar te verzenden als mailbijlagen in de vorm van losse JPG’s.

Redactieadres
Het adres van de redactie is: redactieplusminus@plusminus.nl.

 

2. Tips voor het schrijven

Een goed en bondig geschreven artikel bereikt meer lezers. Niet iedereen kan van nature geweldig schrijven, maar met voldoende aandacht en een aantal nuttige tips komt u al een heel eind.

Onderstaand vindt u een omvangrijke lijst van schrijfadviezen, veel gemaakte fouten, en aandachtspunten waarmee u uw voordeel kunt doen. Laat u vooral niet afschrikken door deze overvloed aan tips! Zie het in de eerste plaats als een verzameling suggesties om tot een goed leesbaar artikel te komen. Het is niet de bedoeling dat u alles opvolgt, maar het is raadzaam om er doorheen te lopen, en daarbij vooral aandacht te besteden aan wat voor u van toepassing is. Er is niets op tegen als u er welbewust van afwijkt! Afgezien van spel- en grammaticafouten is bij taal zelden iets goed of fout. Aanwijzingen die het standaard format betreffen (zoals de vorm van literatuurverwijzingen e.d.) dient u uiteraard wel op te volgen.

· Toegankelijkheid van de tekst
Let erop dat uw tekst voor de lezer begrijpelijk is. Dat heeft vvaak in de eerste plaats te maken met een heldere opbouw en structuur. Vermijd waar mogelijk dure vaktermen en afkortingen. Probeer uw eigen tekst bij wijze van check te lezen als buitenstaander zonder voorkennis. Is de opbouw logisch? Het laten lezen door een onbevooroordeelde derde is ook een goede gewoonte. Schrijven is een cyclisch proces. Vaak wordt de structuur helderder door zinnen of blokken tekst te verplaatsen, of de volgorde van de tekst te herordenen.

· Zinslengte
Wees voorzichtig met lange zinnen met veel bijzinnen; die zijn alleen goed leesbaar als alles klopt, en vergen van de auteur extra kunde en aandacht.

· Afwisseling
Breng afwisseling aan. Wissel korte en lange zinnen af, plaats niet steeds het onderwerp vooraan. En let erop dat u voor veel gehanteerde woorden synoniemen gebruikt. Staat er meermaals het woord ‘behandeling’ of ‘medicatie’ achter elkaar, dan komt dat de leesbaarheid niet ten goede. Door afwisseling wordt een tekst levendig en overtuigend. Op google zijn veel sites te vinden waar synoniemen kunnen worden gevonden.

· Witruimte
U kunt witregels of nieuwe regels plaatsen om de structuur van uw tekst te verduidelijken; hanteer dit middel met mate, anders ontstaat een ‘verbrokkelde tekst’. Overgangen naar een nieuw onderwerp of een nieuwe gedachte kan men op die manier duidelijk markeren. De lezer krijgt als het ware een adempauze.

· Leestekens
Wees spaarzaam met plaatsing van leestekens, pas die alleen toe waar de leesbaarheid van de tekst daar nadrukkelijk om vraagt. Waar u in de tekst een rust hoort, is plaatsing van een komma gewenst.

· Lijdende vorm
Vermijd waar mogelijk de lijdende vorm. De tekst wordt daardoor te abstract en afstandelijk, en de lezer dreigt zachtjes in slaap te sukkelen…

· Tegenwoordige tijd
Gebruik van de tegenwoordige tijd kan de tekst verlevendigen, en is ook voor gebeurtenissen in het verleden goed toepasbaar. Herinneringen kunnen bijvoorbeeld als actueel worden ervaren. Als de gebeurtenissen in het heden lijken af te spelen wordt de lezer meer betrokken.

· Uniforme naamgeving
Schrijf ‘PLUSminus’ voor het magazine en ‘Plusminus’ voor de vereniging.

· Breng de tekst terug tot de kern
Probeer zo economisch mogelijk te schrijven, dat wil zeggen breng uw boodschap over met een minimum aan woorden. Ieder woord moet wat toevoegen. Ga voortdurend na wat u nog uit uw tekst kan schrappen zonder de kern geweld aan te doen. Van schrappen wordt uw verhaal bijna altijd beter.

Let vooral op stopwoordjes als ‘erg’, ‘eigenlijk’, ‘nogal’, ‘heel’, ‘best wel’, ‘een beetje’ en dergelijke. Die zijn bijna altijd overbodig.

· De melodie van een goede tekst
Het is goed om uw tekst aan het eind hardop voor te lezen. U hoort dan waar zinnen slecht lopen of haperen. Er moeten leestekens in of uit, zinnen moeten gesplitst of juist aan elkaar geplakt, net zo lang totdat uw verhaal soepel loopt. Een goede tekst loopt vloeiend, het is muziek.

· Bijvoegelijke naamwoorden
Wees zuinig met bijvoeglijke naamwoorden en (zeer) terughoudend met het gebruik van uitroeptekens. Pas vooral op met ‘grote’ bijvoeglijke naamwoorden als ‘onovertroffen’, ‘schitterend’,

‘afschuwelijk’ en dergelijke. Het wordt al snel te veel expressie, en in tegenstelling tot wat u beoogt raakt u de lezer juist kwijt.

· Vermijd herhaling
Nogal wat auteurs hebben de neiging om een boodschap die ze belangrijk vinden meermaals in verschillende bewoordingen te herhalen. Dat levert een drammerige tekst op, en is ergerlijk. De lezer had het al begrepen, dit wordt een verkooppraatje, schrappen dus…

· Tekst opmaak
Maak uitsluitend gebruik van cursivering, vette tekst of onderstrepingen als dat absoluut noodzakelijk is. Het geeft een onrustige bladspiegel en leest niet fijn. Gebruik van gekleurde tekst wordt sowieso niet overgenomen in het magazine, en heeft dus geen zin.

· Neem de tijd
Neem de tijd! Schrijven van een artikel vergt veel tijd en inspanning. Kwaliteit is een optelsom van taalgebruik, schrappen, schuiven met tekstblokken, betere synoniemen vinden, toevoegen en indikken. Het is een cyclisch proces waarbij een steeds betere en scherpere tekst tot stand komt. Soms is het goed even afstand te nemen. En laat uw concept in het eindstadium nog eens kritisch lezen door een buitenstaander.

· Niet te wetenschappelijk
Wees terughoudend met literatuurverwijzingen, en tabellen en grafieken. We zijn geen wetenschappelijk tijdschrift, leesbaarheid staat voorop. Bovendien streven we een rustige bladspiegel na. Geef je literatuurverwijzingen aan met: [1], [2], et cetera en lijn deze uit. Zorg dus dat een eventueel tweede regel van één verwijzing is uitgelijnd met de bovenstaande. Neem zo nodig een recent exemplaar van PLUSminus ten voorbeeld.

· Onze doelgroep
Houd goed in de gaten voor welke doelgroep u schrijft. Uitgangspunt is altijd dat een flink deel van onze leden de tekst moet kunnen volgen. U kan zich dus best richten op de goed opgeleide lezer, maar medische, psychiatrische of andere vakinhoudelijke kennis mag niet bekend verondersteld worden. Dat gebeurt nu te vaak wel.

· Medische adviezen
Het verstrekken van medische adviezen door niet proffesionals is onwenselijk en niet van gevaar ontbloot. Overwegingen omtrent medicatie dienen daarom uiterst zorgvuldig te worden verwoord.

· Beschrijf een onderwerp genuanceerd
Benader een onderwerp kritisch en belicht het bij voorkeur van verschillende kanten. Als uw artikel een nieuw soort behandeling betreft is het interessant om zowel de voors als de tegens te benoemen. Dat sluit niet uit dat de auteur zelf een (beargumenteerde) eigen positie kan kiezen. Onderscheid helder waar u een (eigen) mening weergeeft en waar u feiten beschrijft.

· Recencies
Boekrecensies hebben in PLUSminus altijd een standaard format. Onder de boektitel (is tevens de kop van de recensie), vermeldt u achtereenvolgend: de auteursnaam, de naam van de uitgeverij, het ISBN-nummer, de omvang (aantal pagina’s), en de prijs in druk en als e-book. Kijk voor de juiste vormgeving even in een recente PLUSminus. Recensies over toneel, film of (schilder)kunst zijn zeer welkom, maar een harde voorwaarde is dat het gerecenseerde nog geruime tijd te zien moet zijn ná verschijning van de betreffende PLUSminus. Anders heeft de bespreking geen zin.

· Inhoud van een recensie
Een goede recensie geeft een kritisch en onderbouwd oordeel over het gerecenseerde. In het algemeen komen dus sterke en minder sterke kanten aan de orde. De recensie dient zo te zijn dat de lezer goed kan oordelen of het iets voor hem of haar is. De huidige recensies voldoen daar vaak niet aan.

· Interviews
Meestal wordt een interview beter als de vragen niet expliciet worden vermeld maar in de tekst worden verwerkt. De geïnterviewde komt dan volledig tot zijn recht, en de interviewer lijkt afwezig te zijn. De geijkte ‘vraag-en-antwoord’ vorm is vaak een beetje stijf en minder intiem en de interviewer staat te veel in de aandacht.

· Controle van uw artikel
Haal uw artikel voor inzending door de spellingchecker, en controleer op grammaticale fouten. Let daarbij ook op eventuele dubbele spaties. Onderteken met de auteurs- of schuilnaam waaronder u wilt publiceren; anoniem mag ook. Geef duidelijk aan wat u wilt.

· Keuze van een titel
Bedenk een pakkende, niet te lange titel. Die kan zakelijk zijn, zoals: ‘Interview met Jan Pluis’, maar een quote die op de inhoud slaat is meestal leuker en veelzeggender: ‘De medische slalom van Jan Pluis’ (in het artikel vertelt Pluis welke medicatie hij in de loop der tijd allemaal heeft geslikt.) Desgewenst kan er een ondertitel bij die de lezer meer informatie geeft over de inhoud.

· Gebruik van aanhalingstekens
Enkele en dubbele aanhalingstekens: worden vaak door elkaar gehaald. Bij citeren van spreken en denken: gebruik dubbele aanhalingstekens. Bij titels of quotes: gebruik enkele aanhalingstekens. Ter verduidelijking de volgende voorbeelden. Hij zei: “ik voel me niet zo goed,” en liep naar de slaapkamer. Zij dacht: “ik zal wel nooit gelukkig worden.” Let op de volgorde van leestekens en aanhalingstekens, dat wordt vaak fout gedaan. En: Ik heb gisteren ‘Dood in Venetië’ gezien en daarna ‘Dik Trom’ gelezen. Wat is die schrijver een ‘moraalridder’!